Uitbuiting
Maandag 06 januari 2014 | Meriç Esin | Reacties: 5
‘Profiteurs’, ‘parasieten’, ‘luilakken’, ‘werkweigeraars’, ‘losers’ en ‘tuig’... Zo maar een greep uit de benamingen waarmee bijstandsgerechtigden sinds jaar en dag oneerbiedig als maatschappelijk vuil weggezet worden. Soms direct en letterlijk, soms ook indirect en suggestief. Alsof het niet om mensen zou gaan, maar om kakkerlakken..! Het huidige kabinet, met de VVD voorop, maakt zich, net als de voorgaande kabinetten, schuldig aan onderdrukking van bijstandsgerechtigden. Op uitbuiting en misbruik gerichte onderdrukking, met sanctionistisch, afbrekend en verarmend beleid als instrument. Onderdrukking ook, die gericht is op het beledigen en vernederen van mensen uit de genoemde groep, door hen voortdurend te bestoken met benamingen van bovenaangegeven strekking.
Wat daarop volgt, is stigmatisering en criminalisering van de groep. Maar niet om niets: iedere onderdrukking heeft immers een functie. Of het nu gaat om asielzoekers, illegalen, arbeiders uit Polen, Marokkaanse jongeren, ‘allochtonen’ in het algemeen, uitkeringsgerechtigden in het algemeen of, zoals in dit geval, bijstandsgerechtigden in het bijzonder. Eenmaal gestigmatiseerd en gecriminaliseerd, zijn of worden. mensen nagenoeg ‘onhoorbaar’ en des te kwetsbaarder. Zij kunnen dan blijkbaar ook bijna geheel willekeurig en met het grootste gemak op verschillende manieren geslachtofferd worden. Met ‘dank’ wederom dus aan niemand minder dan met name de VVD-component van de macht der heersenden. Een schokkende constatering is dat zeer zeker niet. Want dat de VVD principieel en per definitie voor neoliberaal en asociaal beleid staat was en is nagenoeg algemeen bekend. Ook de VVD zelf bevestigt dat iedere keer weer met haar eigen standpunten en optredens, haar eigen beleidsvoering en bewoordingen. Wat dat betreft geen nieuws onder de zon.
Hypocrisie en verraad
Het is echter een andere zaak dat de PvdA de neoliberale denkbeelden van de VVD feitelijk deelt en die, zij het met ‘sociaal-democratische’ formuleringen, schijnargumenten en demagogische toespelingen, uiteindelijk ook vergoelijkt en verdedigt. Altijd de mensen maar voorhouden dat zij opkomt voor de ‘zwakken’ in de samenleving die de ‘arbeid’ vertegenwoordigen en ondertussen toch de volle steun geven en meewerken aan verdere knechting en uitbuiting van diezelfde ‘zwakken’, waaronder de bijstandsgerechtigden.
Neem nou Jetta Klijnsma, de aanvankelijk ‘beroemde’ maar inmiddels ‘beruchte’ PvdA-staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Alsof de WWB (Wet Werk en Bijstand, die naar verwachting in 2014 in de zogenaamde Participatiewet zal opgaan) nog niet streng genoeg is, wil zij die nog verder aanscherpen. En wel tot het extreme aan toe! Alsof de bijstandsgerechtigden nog niet genoeg geïntimideerd, uitgebuit en misbruikt worden, is zij nu via de aanscherping van de WWB van plan om deze mensenrechtenschendingen een wettelijke basis te geven. Daarmee zullen die schendingen van mensenrechten legitiem verklaard worden op grond van de wet. Zo zal het moeilijker worden om daar succesvol tegen te procederen.
Dwangarbeid, uitbuiting en slavernij
Jetta Klijnsma wil de dictatuur over, en de uitbuiting van bijstandsgerechtigden nog verder opvoeren. Naast andere verfoeilijke maatregelen die zij voorstelt, wil zij dat bijstandsgerechtigden ‘verplicht vrijwilligerswerk’ gaan verrichten met ‘behoud van hun uitkering’. Officieel heet het dan dat bijstandsgerechtigden op ‘participatiebanen’ worden ingezet waarbij zij ‘additioneel’ werk moeten verrichten. Additioneel werk staat voor bovenformatief werk en/of werk dat niet door andere mensen betaald wordt verricht in het bedrijf. Het werk dat in dat kader door bijstandsgerechtigden verricht wordt mag dan wel additioneel genoemd worden, in tegenstelling tot wat de overheid met die benaming wil suggereren gaat het hier vaak juist wel om ‘maatschappelijk nuttig’ werk. Hoezeer de overheid en haar conformisten het ook trachten te versluieren, het gaat hier vaak toch om werk dat een bepaald product oplevert in de vorm van een nuttig waar of een nuttige dienst. Een waar of een dienst, kortom een product, heeft een marktwaarde of een daaruit af te leiden prijs en die is in geld uit te drukken. De arbeid van de tewerkgestelde bijstandsgerechtigden blijkt daarmee, zij het weliswaar in een mate die per persoon kan variëren, productief en geld waard te zijn.
Op de waarde van die arbeid wordt, door de gemeenten en bedrijven waar bijstandsgerechtigden tewerkgesteld zijn, beslag gelegd. Die arbeidswaarde wordt dus niet in de vorm van loon aan de tewerkgestelde bijstandsgerechtigden toegekend. Helemaal niets van de geproduceerde waarde keert terug naar degenen die haar hebben voortgebracht. Dat is 100% uitbuiting en conditie voor 100% vervreemding. Bijstandsgerechtigden worden zo feitelijk als slaven aan gemeentelijke diensten en particuliere bedrijven toegekend. Daarmee krijgen lokale overheden de mogelijkheid om op de diensten (groenvoorziening, vuilnisophaaldienst, stratenschoonmaakdienst e.d.) te bezuinigen en het werk door bijstandsgerechtigden te laten doen. In het verleden hadden de lokale overheden uitgaven voor het loon van ambtenaren en de uitkeringen van de bijstandsgerechtigden. In de nieuwe situatie hebben zij echter alleen de uitgaven voor de bijstandsgerechtigden.
Bij particuliere bedrijven waar mensen met behoud van uitkering werken, krijgt de werkgever in feite een subsidie van de overheid in de persoon van een gratis arbeidskracht, waarvoor de overheid de uitkering betaalt. Die wordt echter gefinancierd uit de belastingopbrengsten die direct of indirect in de vorm van fiscale afdrachten onttrokken worden aan de meerwaarde die door de arbeiders gecreëerd is. Zo gaat ‘dankzij’ de kapitalistische overheid een deel van de door arbeiders voortgebrachte welvaart gratis naar de bedrijven. De bedrijven hebben in deze geen wezenlijke kosten of bijzondere financiële tegenprestatie-verplichtingen. De overheid parasiteert zelf op de bijstandsgerechtigden maar laat als het even kan ook de bedrijven rijkelijk meeprofiteren.
Helaas is de positie van de bijstandsgerechtigde in de bovenbeschreven constellatie zeer zwak. Omdat de bijstandsgerechtigde niet als gecontracteerde werknemer wordt aangesteld voor het verrichten van additionele arbeid, kan hij uitgebuit blijven worden en kan hij ook geen aanspraak maken op cao-rechten. Hij is wat dat betreft nagenoeg rechteloos en weerloos. Dat is een van de hoofdessenties van de voorstellen van Jetta Klijnsma. Wat de staatssecretaris ‘verplicht vrijwilligerswerk’ noemt is dus niets anders dan gedwongen uitbuiting en volstrekte slavernij, bijna in de antieke betekenis van het woord.
Sociaal-democratie: steun en toeverlaat van het kapitaal en reservekracht van het neoliberalisme
De uitspraak van PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma met de strekking van ‘De bijstandsgerechtigden krijgen een uitkering en daar mogen ze best wel wat voor terugdoen!’ is daarom ook totaal niet goedbedoeld of onschuldig. Integendeel, het is een satanische, ideologisch en politiek gecalculeerde, smerige uitspraak die gedaan is om de toch al hoge sociaal-psychologische druk op de bijstandsgerechtigden nog verder op te voeren, het intimiderende effect daarvan verder te versterken en de bijstandsgerechtigden geweldige schuldgevoelens aan te praten. Als dat de ‘sociaal-democratische’ benadering van de ‘zwakken’ in de samenleving is, dan rechtvaardigt dat de volgende vragen: Ten eerste: Hoe principeloos en van nature opportunistisch is de sociaal-democratie dan wel, dat zij zich zo vurig en vastberaden in dienst stelt van het kapitaal en de neoliberale tendens die erop gericht zijn om alles wat menswaardig, sociaal, collectief , gezond en schoon is af te breken, te verzieken en te vervuilen omwille van de markt en de winst? Ten tweede: Hoe kan een sociaal-democratische staatssecretaris, die nota bene onder een sociaal-democratische minister werkt, zelf een plan opstellen dat door en door neoliberaal is…? Hoe hypocriet moet je dan wel zijn om nog roomser dan de paus te willen zijn met neoliberale plannen die de VVD zelf zo perfect had kunnen opstellen?
Verdringing en nieuwe werkloosheid
Door naar een andere consequentie van de voorstellen van Jetta Klijnsma, en wel die met betrekking tot ‘verdringing’. Want een belangrijk resultaat van ‘verplicht vrijwillig werk met behoud van uitkering’ is de verdringing van reguliere werknemers, contractueel werknemerschap, contractuele beloning en andere cao-conforme arbeidsvoorwaarden en -verhoudingen uit het arbeidsproces. Recent onderzoek van het Actiecomité Dwangarbeid Nee heeft dat kristalhelder aangetoond.
Verdringing van reguliere werknemers uit het arbeidsproces leidt in ieder geval voor een deel tot nieuwe werkloosheid en relatieve vergroting van het aantal werklozen op landelijke schaal. De door verdringing werkloos geworden mensen zullen na verloop van tijd in variabele aantallen zelf ook in de bijstand terecht komen. Daarmee ontstaat een mechanisme dat reguliere werkgelegenheid systematisch liquideert om ruimte te maken voor feitelijk frauduleuze werkgelegenheid waardoor dwangmatig tewerkgestelden teugelloos uitgebuit kunnen worden, de cao’s niet of nauwelijks toepasbaar zullen zijn en de vakbonden veel gemakkelijker buiten de deur gehouden kunnen worden.
De ware profiteurs: overheden, bedrijven en de fiscus
Waar de overheid met de mond belijdt dat zij het aantal mensen zonder werk zo klein mogelijk wil houden, wordt met de voorstellen van Jetta Klijnsma het tegengestelde bereikt. Maar daar sluiten de dictators hun ogen voor omdat de plannen van ‘hun’ Jetta ervoor zorgen dat werkloosheid en bijstandsgerechtigdheid voortaan winstgevender dan ooit zullen zijn voor overheden op alle niveaus, diverse bedrijven en de fiscus. Dat maakt een ding heel duidelijk. Namelijk dat Jetta Klijnsma, haar ministerie, haar kabinet en haar partij allerminst wakker liggen van het onrechtvaardige lot der bijstandsgerechtigden en de toename van werkloosheid door verdringing als gevolg van gedwongen tewerkstelling van die bijstandsgerechtigden.
Je zou bovendien denken dat daarmee ook een soort van ‘lage lonen-eilanden’ of zelfs ‘gratis arbeid-eilanden’ binnen Nederland worden gecreëerd. Wellicht is dat een gangmaker naar nieuwe mogelijkheden, die voor werkgevers lucratief en dus interessant kunnen zijn. Zo zouden bedrijven steeds minder vaak naar China of India hoeven te verhuizen als zij mensen tegen een ‘slavenloon’ (lees: bijstandsuitkering) kunnen laten werken. Want waarom zouden bedrijven naar verre ‘lage lonen-landen’ verhuizen als er sprake is van ‘lage lonen-eilanden’ in het eigen land? Op het eerste gezicht lijkt dat misschien wel erg ver gezocht, maar pas op! Neoliberale regeringen in dienst van het kapitaal zijn tot iedere sataniteit in staat en bereid.
Betuttelend, kleinerend en onverschillig
Tja, die Jetta… De ‘bezorgde moeder’ der ‘bijstandstrekkers’! Zo betuttelend en kleinerend als zij zich toont, is zij ook ontevreden over het ‘feit’ dat al die ‘zielige’ en ‘zichzelf verwaarlozende’ ‘bijstandstrekkers’ vastgeplakt zijn aan de zitbank en er maar niet van af willen komen. Zij vindt dat ze daar eindelijk eens van los moeten komen, actief moeten worden en moeten gaan werken. Want werken, dat is in alle opzichten goed voor de mens. De ‘mens’? De ‘baas’ zal ze in dit geval bedoelen! De baas, die zijn winsten flink kan opschroeven, doordat hij de mensen, die door Jetta van de bank worden afgeschopt, straks op wettelijke basis gratis mag laten werken.Kortom, die ‘parasitaire luilakken’ zitten de hele dag op de bank en dat moet veranderen…
Nee Jetta! Jíj moet jouw conservatisme en neoliberalisme voor je houden! Het is jóuw bevooroordeeldheid die op moet houden en jóuw kortzichtigheid is het, die moet veranderen! Jóuw dictatuur, jóuw repressie en arrogantie moeten stoppen! Én die van het kabinet! En onmiddellijk! Jíj moet de realiteit onder ogen zien!
Ten eerste zitten niet alle bijstandsgerechtigden de hele dag op de bank! En ook al zou dat het geval zijn, dan nog zou jij niet in de privacy van mensen mogen inbreken! Bemoei jij je met je eigen zaken! Jij hebt niet het recht om voor mensen te bepalen waar zij op gaan zitten, hoe lang of hoe vaak! Ten tweede: het is geen wonder dat de overgrote meerderheid van de bijstandsgerechtigden niet ver buiten het huis komt. Met het bedrag van een bijstandsuitkering kún je namelijk ook niet zo ver of lang van huis. Ook al zou je dat nog zo graag willen. Als je een bijstandsuitkering hebt, blijf je noodgedwongen langer en vaker in huis, al dan niet op de bank zittend. Want dat bedrag is zo laag dat je er alleen maar je primaire kosten op het laagste niveau van kunt betalen, als je tenminste geluk hebt. Anders moet je geld gaan lenen of moet je naar de voedselbank om wat voedsel bij elkaar te bedelen. Een inkomen op slechts het bijstandsniveau is ketenend, vernederend en even mensonwaardig als mensonterend.
Maar dat zul jij ongetwijfeld tegenspreken en ontkennen. Dat is niet onbegrijpelijk want in jouw sterk betuttelende en kleinerende benadering ben je blijkbaar ook totaal onverschillig ten aanzien van de menselijke waardigheid en de eer van bijstandsgerechtigden.
Kapitalistische propaganda
Het is gemakkelijk om alle uitkeringsgerechtigden en de bijstandsgerechtigden in het bijzonder te beschuldigen en te veroordelen om hun leefwijze en de manier waarop zij hun tijd doorbrengen. Een humane benadering van de bijstandsgerechtigden, met ook het bijbehorende respect voor hun menselijke waardigheid, volwaardigheid en gelijkwaardigheid zou van een hoger intelligentie- en beschavingsniveau getuigen.
Mensen worden niet als bijstandsgerechtigden geboren. Bijna alle bijstandsgerechtigden hebben ooit gewerkt en ongetwijfeld hard. Totdat zij ontslagen werden of op andere wijze hun werk verloren en niet meer aan de bak konden komen. Het verlies van werk door werknemers en het niet meer aan de bak kunnen komen zijn bepaald geen gebeurtenissen zonder oorzaak. Het verlies en de schaarsheid van werk wordt veroorzaakt door totale of gedeeltelijke liquidatie van de gegeven werkgelegenheid, op een gegeven moment. Aan liquidatie van werkgelegenheid ligt een objectieve kapitalistische wetmatigheid ten grondslag, de wetmatigheid van kapitalistische concurrentie.
Kapitalistische concurrentie
Het is die concurrentie die primair en voornamelijk voor werknemers de boosdoener is. In hun concurrentiedrift vliegen met name de grootste bedrijven elkaar naar de keel en trachten zij elkaar de grond in te boren. Dat doen zij hoofdzakelijk om het grootst mogelijke marktaandeel op elkaar te veroveren en zo de grootste winst in de wacht te slepen. Het zijn die bedrijven die het middenbedrijf en met name het kleinbedrijf onder grote concurrentiedruk zetten. Zo worden ook vele kleine middenstanders doodgeconcurreerd.
Dezelfde grote bedrijven die elkaar opeten en het midden- en kleinbedrijf de grond inboren, gooien gedurende het concurrentieproces bovendien ook vele werknemers op straat. Want in die meedogenloze kapitalistische concurrentieoorlog kunnen bedrijven hun marktaandeel geheel of gedeeltelijk verliezen. In het eerste geval gaan die failliet en in het laatste geval moeten die hun productie beperken en daarmee hun beschikbare arbeidsvolume reduceren. In het eerste geval verliezen alle werknemers hun werk en in het laatste een deel van hen. Concreet gesproken kan het grote aantallen mensen betreffen die zo buiten hun schuld om, onvrijwillig hun werk en inkomensbron verliezen. In de praktijk blijkt ook dat werknemers vaker dan door menigeen gedacht wordt met tientallen, honderden, duizenden en zelfs tienduizenden tegelijk ontslagen worden en op straat belanden.
Groeiend werklozenleger, toenemende armoede
Mensen die op die manier ongewenst en ongevraagd werkloos worden gemaakt, komen door die werkloosheid bovendien vaak terecht in toenemende armoede en uitzichtloosheid. Die komen meestal niet zo snel meer aan werk want de kapitalistische concurrentieoorlog om de markt en de winsten en het daaruit voortvloeiende proces van ‘mensen op straat gooien’ houden maar niet op. Er komen grote aantallen nieuwe werklozen bij. Het werklozenleger groeit en groeit. En de kapitalistische, neoliberale regeringen, zoals de huidige van ene Mark Rutte, met zijn versoepeling van het ontslagrecht en pogingen tot verdere liquidatie van de WW, helpen de grote bedrijven om werknemers er nog gemakkelijker uit te donderen. En ze met het kluitje van een uitgeklede, tot symbool gereduceerde WW-uitkering in het riet te sturen.
Diezelfde regering houdt de mensen voor dat het ‘slecht’ zou gaan met ‘onze’ economie en dat we dus flink, flinker dan ooit en het flinkst moeten bezuinigen. Daar bedoelt de regering mee dat het voor hun noodzakelijk is om de werkenden en werkloos gemaakten nog verder uit te kleden, hen langer in de kou te laten staan en hen nog verder in de ellende te laten zakken. ‘Bezuinigen’ komt dan neer op het beroven van werkende en werkloos gemaakte mensen. Daar gaat de regering zó ver mee dat zij de bijstands-gerechtigden tot slaven wil degraderen.
Kapitalistische ‘vrijheid’ is slavernij voor de werkenden en uitkeringsgerechtigden
Wij kenden al de moderne loonslavernij die door het kapitalisme en de kapitalistische productiewijze haar intrede deed. Nu zien we dat de moderne loonslaven, door hetzelfde kapitalisme, tot klassieke slaven worden gemaakt. Als moderne loonslaaf word je niet direct en actief gedwongen om te werken en verdien je, als je zou werken, tenminste nog een loon als tegenprestatie voor je arbeid. Als klassieke slaaf word je wel direct, actief en op straffe van sancties gedwongen om te werken en om gratis te werken. Men noemt dat ‘werken met behoud van uitkering’. Weiger jij je te schikken aan die dwang? Dan moet je rekenen op drie maanden lang strafkorting op je uitkering. Dat betekent drie maanden lang honger, beperking van je levens- en bewegingsvrijheid en aantasting van je menselijke waardigheid en die van je eventuele partner en kinderen. Je bent niet meer dan een stuk vuil en je mag in je eigen ellende creperen. Overigens is dat de ‘vrijheid’ die het kapitalisme, de kapitalisten en hun regeringen ons, de werknemers en uitkeringsgerechtigden te bieden hebben.
Verontmenselijking en verdinglijking
Om dát algemeen aanvaard te krijgen, om ervoor te zorgen dat het zó ‘normaal’ wordt dat het bij het algemene publiek geen verontwaardiging meer oproept, worden bijstandsgerechtigden door het ene propagandistische terreurcampagne na het andere verontpersoonlijkt, geanonimiseerd, verontmenselijkt en verdinglijkt. ‘Dankzij’ de propaganda, zijn het voor een niet te onderschatten deel van de publieke opinie geen waardige, volwaardige en gelijkwaardige mensen meer. Het zijn geen individuen meer van vlees en bloed. Geen menselijke subjecten met gevoelens, gedachten, hoop en dromen. Het zijn ook geen mensen meer die ooit gewerkt en zich nuttig gemaakt hebben, die op een dag onvrijwillig ontslagen werden, vervolgens ondanks hun inspanningen door geen enkele werkgever in dienst genomen zijn en uiteindelijk in de bijstand gedumpt werden. Neen, het zijn geen mensen die door het kapitalisme geslachtofferd zijn, maar zijn het ‘dingen’ die verschrikkelijk lui zijn, altijd maar op de bank zitten, geen moer uitvoeren, niet deugen noch willen deugen en als parasieten en profiteurs slechts één levensdoel hebben, namelijk het misbruik maken van ‘ons’ ‘hoogwaardig’ sociale zekerheidsstelsel. Zulke ‘dingen’, die misdadig zijn omdat zij ‘onverdiend’ en ‘onterecht’ van de voorzieningen ‘profiteren’ moeten aangepakt, teruggepakt en nagepakt worden. En flink!
Zo wordt gratis dwangarbeid op twee manieren gerechtvaardigd. De WWB wordt zodanig aangescherpt dat gratis dwangarbeid een wettelijke, juridisch moeilijk bestrijdbare basis krijgt en met de propaganda, die de bijstandsgerechtigden in een erg kwaad daglicht zet, krijgt gratis dwangarbeid steeds meer de status van ‘algemeen aanvaard’. Gratis dwangarbeid en klassieke slavernij wordt zo steeds minder een fenomeen om je er druk over te maken of om je er verontwaardigd over te voelen.
Zo wordt dwangarbeid een officieel middel tot extremisering van uitbuiting en maximalisering van winstvergaring. Zie hier het ware gezicht en de uitwas van het kapitalisme als systeem en van het beleid van de neoliberale regering als onderdeel van dat systeem.
Onuitstelbare taak: georganiseerde strijd
Te verwachten valt dat deze kapitalistische praktijk, die inherent is aan neoliberaal beleid, voorlopig uitgeoefend zal (blijven) worden. Net zo lang totdat in de eerste plaats de bijstandsgerechtigden zich daartegen voldoende organiseren, in beweging komen en een strijd ontwikkelen die massief en veranderingskrachtig is. Naast en samen met de bijstandsgerechtigden dienen de andere uitkeringsgerechtigden en zeer zeker ook de potentiële uitkeringsgerechtigden, zijnde de werkende werknemers, hetzelfde te doen. Zij dienen samen te werken en gezamenlijk op te treden. Daar hebben zij namelijk alle reden voor. Want wel bekeken hebben de genoemde drie groepen enkele essentiële zaken gemeen.
Alle drie de groepen hangt direct of indirect hetzelfde lot boven het hoofd. Neem bijvoorbeeld de WW-uitkeringsgerechtigden. Als zij niet op tijd werk kunnen vinden of zelfstandig ondernemer kunnen worden, zullen zij op enig moment naar het bijstandsniveau afzakken. En de werkende werknemers kunnen werkloos worden, een werkloosheidsuitkering ontvangen en daarna mogelijk eveneens naar het bijstandsniveau doorglijden. Verder hebben de bovengenoemde groepen van mensen elkaar, elkaars organisaties, elkaars krachten, middelen, mogelijkheden en ervaringen nodig om een verenigde beweging van betekenis te vormen. De algemene vakbeweging is potentieel, dat wil zeggen potentieel, een goed middel om die verenigde beweging gestalte te geven en op te bouwen.
Eén ding dient duidelijk te zijn. Namelijk dat alle samenstellende delen van de arbeidersklasse en de arbeidersklasse als geheel de grootste baat hebben bij een zo breed mogelijke eenheid. Een zo breed mogelijke eenheid, in de eerste plaats binnen de vakbeweging, maar niet per se alleen maar binnen de vakbeweging. Belangrijk en doorslaggevend is het om de samenwerking te ontwikkelen, de parallelliteit te bewaren en het gezamenlijke optreden als principe aan te houden.
‘Hervormingen’: oude wijn in nieuwe zakken
Zeker is dat er bij veel individuen en kringen binnen en buiten de vakbeweging fundamentele kritiek is op een aantal -voor de arbeidersbeweging- zeer schadelijke tendensen die nog altijd sterk binnen de vakbeweging heersen. Die negatieve tendensen domineren het functioneren van de vakbeweging, ten nadele van de werkende en uitkeringsgerechtigde hand- en hoofdarbeiders binnen en buiten de vakbonden. Niet te ontkennen valt het feit dat het FNV-component van de vakbeweging in recente tijden, onder druk van ‘onderop’, noodgedwongen hervormingen heeft doorgevoerd. Normaal gesproken had dat, zeker voor de werknemers en uitkeringsgerechtigden, een ‘heugelijk feit’ moeten zijn. Het is het helaas niet echt geworden en dat was teleurstellend. Maar dat is ook geen wonder, want Jetta Klijnsma was een van de kwartiermakers voor die zogenaamde hervormingen binnen de FNV, als zijnde het grootste component van de vakbeweging van Nederland. Zo’n persoon was het dus die de hervorming van de FNV mede heeft vormgegeven. Dat wetende, zou het dan toch niet moeilijk moeten zijn om de oorzaak te verklaren van de voortzetting van de ‘slechte oude eigenschappen’ van de FNV, waar dus nog altijd veel en ernstige kritiek op bestaat. Er is wel is waar hervormd, maar de rondgebazuinde hervormingen waren slechts van technische, personele en retorische aard. ‘Oude wijn in nieuwe zakken.’ Een spreekwoord dat goed de aard van de doorgevoerde hervormingen definieert. Maar eerlijk is eerlijk. Er is toch wel nagenoeg één zeer groot positief resultaat uit die hervormingen voortgekomen. Dat is het zogenaamde ledenparlement dat op landelijk niveau in het leven is geroepen. Maar in hoeverre en voor hoe lang zet zo’n landelijk parlement zoden aan de dijk als het niet steunt op lokale en provinciale ledenparlementen die van onder naar boven een permanent ‘voedende’, controlerende, corrigerende, sturende en doorslaggevende invloed hebben? Dat zou pas om verschillende redenen de echte democratie naderen, die de vakbeweging hard nodig heeft. Want alleen maar zo’n ledenparlement op landelijk niveau, draagt om diverse redenen de gedoemdheid tot bureaucratisering ‘genetisch’ in zich.
Fundamentele kritiek
Terug naar de fundamentele kritiek die veel individuen en kringen binnen en buiten de vakbonden op de vakbeweging hebben. Als belangrijke voorbeelden daarvan zijn te noemen: de conservatieve, conformistische en opportunistische houding van de vakbonden; de pro-kapitalistische en nationaal-chauvinistische aard van de vakbonden; de cultuur van burocratisme, carrièrisme, nepotisme, baantjesjagerij, clanvorming en vriendjespolitiek binnen de vakbonden; het te lage strijdbaarheidgehalte; de vaak collaboratieve, capitulatieve houding en het zwakke, onderdanige optreden in situaties van onderhandelingen met werkgevers en overheid; de cultuur van klassenverzoening; het ziekelijke concessionisme; de ziekmakende consensusgerichtheid; en de veelsoortige discriminatie alsmede het racisme en de vreemdelingenhaat die ook binnen de vakbeweging vaker voorkomen dan men wil weten of wil toegeven.Uiteraard zijn dat geen zaken die qua essentie uit zichzelf kunnen of zullen veranderen. Alleen door een veelzijdig georganiseerde, langdurige en vastberaden strijd van werknemers en uitkeringsgerechtigden kunnen en zullen die zaken ooit ten positieve veranderd worden. Want de werknemers en uitkeringsgerechtigden kunnen zich de uitstel van die verandering niet eindeloos permitteren. Een democratische en strijdbare vakbeweging is een bittere noodzaak.
Strijdbare vakbeweging: een bittere noodzaak
Hoe dan ook, de beweging is hard nodig en daarom ook erg belangrijk. Belangrijk voor de uitgebuitenen, onderdrukten, tot armoede veroordeelden, tot slaaf gemaakten, kortom voor de verworpenen des lands en der aarde. De beweging is nodig voor het dragen, voortzetten en ontwikkelen van de sociale strijd tegen de uitwassen van het kapitalisme, tegen het kapitalisme zelf en vooral voor een ander Nederland. Een Nederland zonder slavernij, uitbuiting, armoede en vernedering.
De bijstandsgerechtigden, de dwangarbeiders in het bijzonder, die gaan ondertussen door met hun even noodzakelijke als gerechtvaardigde strijd. En wij, wij gaan op verschillende manieren naast hun staan en actief met hen meebewegen. Hun strijd is onze strijd! Wij zijn één
bron